Het duurde lang voor Ina Kooper de tijd rijp vond anderen te confronteren met haar tere, persoonlijke kunst. Haar schilderijen en tekeningen zijn het resultaat zijn van een schilderkunstige strijd waarin veel goeds sneuvelde en het beste overbleef. Haar eerste portretten tonen universeel-existentiële aspecten van het menszijn: kwetsbaarheid, onzekerheid, onrust en angst, maar ook moed, weerbaarheid, kracht en trots. Nieuwer werk toont hele mensfiguren die zitten of lopen en achterom kijken: ze treden uit zichzelf en ze zien zichzelf, alleen of door de ogen van een ander. In een andere serie zet ze de mens tegenover een beest dat staat als metafoor voor het leven.
Haar schilderijen zijn altijd gelaagd, doorwerkt, en voorzien van een huid. De kleuren zijn heftig en staan gedurfd naast elkaar. Krassen naar onderliggende verflagen en drippings verraden een heftige ontstaansgeschiedenis. Haar tekeningen in diverse materialen zijn spontaner. Wie zich in deze intieme werken verdiept, ontdekt niet alleen een kunstenaar met veel kwaliteiten, maar verrijkt ook zichzelf.