Bij Karin van Dam leidt een intuïtief proces van bouwen, monteren en assembleren tot grillige constructies. Van Dam bouwt haar werken op uit verschillende terloops gevonden materialen en hanteert daarbij meerdere schaalniveaus: van kleine structuren tot enorme ruimtelijke installaties met auto-zonneschermen, tenten, vijverbakken en drainagebuizen. Deze zwevende werelden staan bij Van Dam model voor een uitvouwbaar universum. Het lijken stedelijke agglomeraties, die zwevend op reis zijn in een oneindige wereld. Van Dam ziet de stad als een levend organisme, waarin processen van groei en verval elkaar afwisselen. Het is daarom een logische stap om zich in haar werk ook met de natuur zelf bezig te houden. In jungle-achtige installaties en vormen, die doen denken aan poliepen of uitvergrote schimmels, geeft zij de robuuste kracht van groeiprocessen weer.
Karin van Dam
1959
Nl