Opening van de expositie ‘natuurlijk!’ door Auke-Florian Hiemstra

‘natuurlijk!’
22 apr 2018

Openingswoord van de expositie ‘natuurlijk!’ door Auke-Florian Hiemstra.

Opening EXPO herman de vries & Anne Geene

Mijn oma vertelde me laatst dat ik, toen ik klein was, met haar naar het
Groninger museum ging. De zomer was voorbij en rondom het museum lagen
overal herfstbladeren. Ik vond ze prachtig. “Wat mij betreft mag de
museumdirecteur al deze bladeren in het museum hangen”, had ik geroepen.
Ik ontdekte herman de vries in Parijs. In de museumwinkel van Centre
Pompidou snuffelde ik tussen de boeken. Het was mijn eerste keer helemaal
alleen in Parijs. Als student deed ik onderzoek in de inktviscollectie van het
grote natuurhistorische museum daar. Ik deed onderzoek naar de Nautilus, de
enige inktvis die woont in een schelp. Ik ging naar Parijs, dus ik had alleen maar
t-shirts mee. Maar de collectie bleek onder de grond, in een bomproof bunker,
waar het continu 10 graden was. De hele dag zat ik in m’n eentje in de kou
tussen de potten sterk water, om alleen voor de lunch opgehaald te worden. Ik
at met de Franse onderzoekers, die druk onverstaanbaar Frans praatten met
elkaar en alleen even overschakelden naar Engels als ze mij iets wilden vragen,
maar ze vroegen nooit door. Dan terug naar de inktvissen, en daarna terug naar
m’n hostel, waar ik een gedeelde kamer had. De persoon met wie ik de kamer
deelde was ’s nachts echter niet op de kamer en sliep overdag. Gezellig was
anders. Zo was het dag in dag uit.
Tot op de laatste dag. Toen ging ik, inmiddels klaar met de inktvissen naar
Centre Pompidou. Snuffelend tussen de boeken stuitte ik op een Nederlandse
naam: ‘herman de vries’. Tussen al die Franse kunstnamen, was het een lekker
degelijke, Nederlandse naam. Waar ik normaal op vakantie Nederlanders
ontwijk, had ik me nu zo alleen gevoeld dat het was alsof ik een vriend zag.
Helemaal toen ik het boek opensloeg. De rest van die dag, en de hele treinrit
terug naar Nederland heb ik het boek niet meer losgelaten.
herman de vries bleek kunstenaar én bioloog. Terwijl het vroeger heel normaal
was om wetenschapper en kunstenaar tegelijk te zijn, zijn deze disciplines
tegenwoordig uit elkaar gegroeid. Niet bij herman de vries. De natuur en de
kunst zijn zelfs met elkaar versmolten. herman presenteert de natuur als kunst.
Daar hoeft hij niks aan toe te voegen, hij raapt het op en het is al af. “De
werkelijkheid is de kunst” zo zei hij. En dat vind ik mooi. Over zijn werk dat hing
in de Biënnale van Venetië zei hij dan ook: “Ik vond het gewoon. Ik hoefde
nieteens te zoeken, ik moest alleen mijn ogen open houden.” Rembrandt’s en Van
Gogh’s, ze liggen gewoon in het bos, je moet ze alleen zien liggen. En herman de
vries ziet ze. Ik vind het werk fantastisch, prachtig en bijzonder actueel. Meer
dan de helft van de mensen op de wereld leeft in een stad. Langzaam verliezen
we de natuur uit het oog. herman de vries wijst ons daarop. Kijk eens om je heen,

we leven in een kunstwerk.

Het werk van Anne Geene ontdekte ik tijdens mijn studie biologie. De docent
vroeg ons: “Wat is biodiversiteit?” Allemaal dachten we te weten wat dat was.
Toen pakte de docent een boek erbij: “perceel 235, encyclopedie van een
volkstuin”. Een geweldig boekje waarin Anne Geene een jaar lang alles
fotografeerde wat ze zag in haar volkstuintje. Planten, slakken, insecten, maar
ook de verschillende types wolken, sporen in de sneeuw en verschillende
kleuren van bladeren. Was dat dan ook biodiversiteit? Er werd flink
gediscussieerd. In 1735 publiceerde Carolus Linneaus de eerste versie van zijn
Systema Naturae, waarin hij de wereld om zich heen indeelde, groepeerde en
op naam bracht. Anne Geene doet dat nog eens dunnetjes over, ze brengt haar
eigen orde en maakt haar eigen regels. Dat maakt haar werk zo speels, nieuw
en leuk. Hier presenteert ze “The Museum of the Plant”. En hoe ze dat werk
maakt? ”Een belangrijk aspect is goed kijken” zei ze zelf. En dat heeft ze gedaan
ook. Zo is er een collage met planten met een gat erin in de vorm van een hartje.
En ze verzamelde planten met insectenvraat in de vorm van cijfers, 1-9 en een
0, allemaal gevonden! Of helemaal indrukwekkend: het alfabet, door insecten
uitgevroten. Wat begon met de vondst van een C, is nu een volledig alfabet,
waarvan alleen de D nog ontbreekt. En die heb je toch nodig om herman dé
vries te schrijven. Ik zeg maar wat.
herman de vries wijst ons op de natuur om ons heen. Anne Geene maakt dat er
zelfs voor een bioloog een heel nieuwe wereld opengaat. “Het is helemaal niet
nodig om naar bijzondere dingen te kijken,” zei herman de vries, “het zijn de
gewone dingen die interessant zijn”. Die kleine jongen die met z’n oma rond het
Groninger museum liep, zou fan zijn van jullie! En eenmaal opgegroeid en
bioloog geworden, is hij dat nog steeds, of zelfs alleen maar meer.

Dankjewel.

 

Klik op het Pdf-bestand linksonder op deze pagina.